Bijenkorven komen voor in alle vormen en maten.¹Zie Crane, Eva. The World History of Beekeeping and Honey Hunting. Routledge, 1999. In Nederland is de simplexkast het meest gangbaar: een houten kast met uitwisselbare ramen, die inspecties en dier-vriendelijke honingoogst een stuk makkelijker maakt. In zo’n kast leven tienduizenden bijen, elk een minuscuul architect. Samen vleien ze wasraten vanuit het plafond, meten ze elke cel precies af, en bouwen ze voor goede ventilatie en verkeer. Aan de buitenranden van de kast, op plekken waar het hout zwak is, smeren de bijen propolis om zich te beschermen tegen ziekte en kou. Nu dat warmte en bescherming verzekerd zijn kan de kolonie zich richten op haar arbeid: larven worden grootgebracht, honing opgeslagen, klontjes stuifmeel samengedrukt en gefermenteerd. De kast biedt haar bewoners zekerheid en voeding.

Maar de producten van de kolonie zijn niet alleen voor de bijen. Net als stoom uit een snelkookpan sijpelen de rijkdommen—en het afval—van de bijenkast naar buiten. Pissebedden, slakken en springstaarten verzamelen zich onder de kast voor stukjes stuifmeel en bijenuitwerpselen. Sommige motten kunnen het geluid en de geur van een bijenkoningin nabootsen, en sluipen zo het volk binnen voor een paar druppels honing.²Dit is de doodshoofdmot. Voor meer informatie, zie de "Phylogeny of the death's head hawkmoths [...]." Systematic Entomology, vol. 25 nr. 3, 2019, pp. 71-88, van Kitcher. Onder het warme deksel van de kast verstoppen spinnen hun eierzakken en stichten mieren hun koninkrijken. Zo trekt de symbiotische relatie tussen bijen en bloeiende planten, in al haar ijver, andere diersoorten tot zich toe. Ook mensen worden verleid. Net als de hebzuchtige motten—maar dan in een uitgebreider gewaad—drinken imkers diep uit de gouden kelk van het bijenvolk. Zijn ze onhandig, dan voelen ze de woede van de bijen. Zijn ze voorzichtig, dan wordt hun aanwezigheid schoorvoetend getolereerd.

Bijen en imkers verhouden zich samen in een ambivalente relatie. Zorg en schade zijn innig met elkaar verstrengeld; dezelfde hand die per ongeluk een bij plet tijdens inspectie biedt ook suikerdeeg in tijden van honger, of ruimte voor larven als de nectarvoorraad overstroomt. Bij en imker ontmoeten elkaar in de liefde voor honing, al verschillen ze van mening over de eigenaar ervan. Mensen en insectenlichamen raken elkaar dan regelmatig, soms pijnlijk. Maar ik ben geïnteresseerd in iets anders dan het vloeibare goud dat bijen maken en zo fel verdedigen. Wat voor andere producten brengt het bijenvolk voort? Bijen maken immers meer dan honing. Ze bouwen, ze dansen, ze zijn in constant gesprek met de wereld. En ook sporen ze tekst aan. Telkens wanneer de imker de kast bezoekt worden er in een klein schriftje onder het deksel opmerkingen genoteerd. Dit is de kastkaart. Met tijd en geduld vullen haar pagina's zich, en wordt het boekje een waardevolle bron van informatie. Het vertelt over de activiteiten van de kolonie, en haar meest spannende momenten. Het beschrijft verandering, indrukken en waarnemingen: tijden van overvloed en schaarste, noodgevallen, de zorgvuldige voorbereiding op de winter. Als een kolonie instort is één van de dingen die achterblijft tekst. Mijn doel is dit bijenschrift zichtbaar te maken, en zo te laten zien hoe klein de afstand tussen de bij en een mensenhand eigenlijk is. Hiermee hoop ik ons antropocentrisch idee van auteurschap iets te verstoren. Bijenteksten benadrukken namelijk de handelingsbekwaamheid van dieren als bijen, die vaak worden gezien als passieve onderwerpen in plaats van mede-onderzoekers.

Wat voor teksten schrijft een bijenkast? Hoe blijven ze begrijpelijk, en wat doen ze met hun lezers?

DIT ZIJN BIJENTEKSTEN

Hieronder vind je bijenteksten die zijn verzameld uit kasten van leden van de AVBB (Amsterdamse Vereniging tot de Bevordering van Bijenhouden) in juni 2025. Stukjes propolis kleven aan het papier, wasachtige vingerafdrukken versieren de randen. Op momenten dat het bijenvolk laat weten geen zin te hebben in interactie wordt er haastig in het boekje gekrabbeld; op een warme, rustige dag kan de pen even ronddwalen. Net als de bijen zelf weerspiegelen bijenteksten zo ons heimelijke verlangen om verstoord te worden. Zwetend in een bijenpak op een hete zomerdag, de felle pijn van een steek, de uiterst specifieke eisen voor de huisvesting en zorg—een imker verdraagt ze allemaal gretig.³Ik bouw hier op Lauren Berlants hoofdargument in The Inconvenience of Other People (2022). Waarom zou ons verlangen om verstoord te worden niet ook voor dieren gelden? Zo brengen bijenteksten de spannende dans tussen mensenhanden en insectenlichamen op papier.

Keer op keer komen bij en imker dicht bij elkaar. Dat ondanks hoe anders ze zijn, en hoe onmogelijk het is elkaar werkelijk te begrijpen. Één van de gevolgen van dit samenkomen is het schriftje. Zelfs de andere huisgasten uit de kast dragen bij—een slakkenspoor doet de inkt uitlopen, een pissebed knaagt een gaatje in een bladzijde, een zachte schimmelgeur trekt tot diep in de kaft.

image of hive

kast 1

image of hive

kast 2

image of hive

kast 3